Op grond van de artikelen 3.100, eerste lid, onder a, 3.101, eerste lid, onder a en 3.146, eerste lid, van de Wet IB 2001 wordt een AOW-uitkering geacht te zijn genoten op het moment waarop de uitkering is ontvangen, verrekend, ter beschikking is gesteld of vorderbaar en tevens inbaar is geworden. Eiser heeft een nabetaling van zijn AOW-uitkering ontvangen in 2015. Op grond van de aangehaalde …
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:5206&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie