In geschil is of verweerder terecht de vrijval van een herinvesteringsreserve in aanmerking heeft genomen.
Naar het oordeel van de rechtbank maakt verweerder aannemelijk dat eiseres in 2013 een HIR heeft gevormd. Na de ambtshalve vermindering van de aanslag VPB 2013 zijn de vennootschapsbelasting en de verrekenbare verliezen over 2013 gebaseerd op een in dat jaar gevormde HIR. Die valt vervolg…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2021:331&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie