• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Kozuba-arrest: is begrip vervaardiging aan vernieuwing toe?

27 maart 2018 door Michel Halters

Een levering van een gebouw en bijbehorend terrein is belast met omzetbelasting als die levering uiterlijk twee jaar na eerste ingebruikname heeft plaatsgevonden. Soms zijn verbouwingen zó ingrijpend dat in wezen nieuwbouw is ontstaan. Het HvJ EU heeft de voorwaarden waarbij sprake kan zijn van belaste levering van een verbouwde onroerende zaak onlangs verduidelijkt.

Een van de vennoten van de Poolse vennootschap Kozuba bracht een woning uit 1992 in de vennootschap in. Deze woning werd verbouwd en ingericht voor commercieel gebruik door Kozuba. De hiermee gepaard gaande kosten bedroegen circa 55% van de beginwaarde van de woning. Nadat de vennoten de verbouwde onroerende zaak op 31 juli 2007 op de balans hadden gezet, werd de onroerende zaak zonder bedrijfsmatig door Kozuba te zijn gebruikt, op 15 januari 2009 aan een derde verkocht. In geschil is of de levering aan de derde is belast met omzetbelasting.

In Polen geldt als eerste ingebruikname de overdracht voor gebruik, in het kader van de verrichting van belastbare handelingen aan de eerste verwerver of gebruiker van een gebouw, een bouwwerk of een gedeelte ervan, nadat het is opgericht of is verbeterd. Bij verbetering van een gebouw hanteert Polen een kwantitatief criterium. Pas als de verbeteringen aan een onroerende zaak meer dan 30% van de beginwaarde van de onroerende zaak zijn, is sprake van een verbetering. Bij levering van die onroerende zaak is dan ook btw verschuldigd.

Polen hanteert in zijn wetgeving het criterium ‘in het kader van de verrichting van belastbare handelingen’ bij de bepaling of sprake is van eerste ingebruikname. Alleen als sprake is van een eerste ingebruikname in het kader van de verrichting van belastbare prestaties, is voldaan aan de wettelijke voorwaarde van eerste ingebruikname. Alleen als levering van een onroerende zaak plaats heeft binnen twee jaar na de eerste wettelijk gedefinieerde ingebruikname is de levering van een onroerende zaak belast.

Het Hof van Justitie EU (HvJ) heeft de eerste wettelijke bepaling in de Poolse omzetbelastingwetgeving in strijd geacht met Europees recht. Onder verwijzing naar de ontstaansgeschiedenis van Zesde richtlijn (77/388/EEG), oordeelt het HvJ als volgt. De ‘eerste ingebruikneming’ van een gebouw verwijst naar het eerste gebruik van dit gebouw door de eigenaar of huurder. Uit analyse van de ontstaansgeschiedenis van de Zesde richtlijn blijkt echter niet dat het gebruik van dat goed door de eigenaar ervan moet plaatsvinden in het kader van een belastbare handeling. Het HvJ oordeelt dat vrijstellingen strikt moeten worden uitgelegd en daardoor voor levering tot twee jaar na eerste ingebruikneming geldt dat deze levering is onderworpen aan omzetbelasting.

Het begrip verbouwing is niet gedefinieerd in de btw-richtlijn. Wel is volgens het HvJ duidelijk dat een gebouw veranderingen van betekenis moet hebben ondergaan, die zijn bedoeld om het gebruik ervan te wijzigen of om de omstandigheden waaronder het wordt betrokken, ingrijpend aan te passen. De kwantitatieve benadering om te beoordelen of een pand zodanig is verbouwd dat het als nieuwbouw is aan te merken, is in overeenstemming met de richtlijn.

Gevolgen voor Nederlandse wetgeving

Op dit moment is nog onduidelijk of het arrest gevolgen heeft voor de Nederlandse btw-wetgeving. Bij omvangrijke verbouwingen lijkt nu eerder sprake te zijn van mogelijke belastbare feiten bij een daaropvolgende levering binnen twee jaar na eerste ingebruikneming. Van belang is of aan het gebouw veranderingen van betekenis hebben plaatsgevonden met als doel het gebruik ervan te wijzigen of om de omstandigheden waaronder het wordt betrokken, ingrijpend aan te passen. Behalve uiterlijke kenmerken van een verbouwde onroerende zaak, speelt dus ook een rol een voorgenomen gewijzigd gebruik van de onroerende zaak. Het standpunt in de Nederlandse rechtspraak dat pas bij een nieuwe constructie en wijziging van het uiterlijk van een gebouw om tot het oordeel te komen dat in wezen sprake is van nieuwbouw, lijkt daarmee uit te gaan van een te beperkt begrip ‘vervaardiging’.

De wetgever mag voor het bepalen van een vrijstelling bij levering van een geringe verbouwde onroerende zaak een kwantitatief criterium hanteren. Daarbij is alleen onduidelijk wat het HvJ heeft bedoeld te zeggen met de beginwaarde van de onroerende zaak. Is dat de waarde waarvoor de onroerende zaak ooit is gekocht? Hoe zit het dan met de waardestijging vanaf het moment van aankoop tot het moment van verbouwing?

Wanneer het wenselijk is dat de levering van een onroerende zaak in de btw wordt betrokken, kan het zinvol zijn om te onderzoeken of met een beroep op het Kozuba-arrest sprake is van een btw-belaste levering van een grondig verbouwde onroerende zaak. Ondernemers die btw-vrijgestelde prestaties verrichten, lijken door het Kozuba-arrest in een nadeligere positie terecht te zijn gekomen.

Binnenkort bespreekt prof. dr. René van der Paardt dit onderwerp ook in een uitzending van Tax Talks. Bent u nog geen abonnee? Neem dan nu een kennismakingsabonnement voor slechts € 49!

Wet: Art. 11 (lid 1 letter a onder 1°)  Wet OB 1968

Europese richtlijn: Art. 12 (lid 1 en lid 2) en art. 135 (lid 1 onder j) Richtlijn 2006/112/EG

Meer informatie: HvJ EU 16 november 2017 (Kozuba), ECLI:EU:C:2017:869

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Nieuws, Vastgoed, Verdieping, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Geen procesbelang bij verzoek btw-factuur
Volgende artikel
Evaluatie werkkostenregeling

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Nieuwe box 3: Vermogensaanwasbelasting vraagt om fiscale voorbereiding

Vanaf 2028 verandert box 3 ingrijpend, als het huidige wetsvoorstel ongewijzigd wordt uitgevoerd. De overgang van het forfaitaire stelsel naar een vermogensaanwasbelasting betekent dat belastingplichtigen niet langer worden belast op basis van een fictief rendement, maar op basis van het werkelijke rendement op hun vermogen.

HIR lichaam bedrijfsopvolging

Antwoord op Kamervragen over het belastinglek bij Duitse beleggingsfondsen

De staatssecretaris van Financiën licht toe waarom buitenlandse vastgoedfondsen jarenlang buiten de Nederlandse vennootschapsbelasting vielen. Ondanks het grote budgettaire verlies ziet hij geen rechtvaardiging voor maatregelen met terugwerkende kracht.

ovb bij appartement in kantoorgebouw

Intensivering kostenverhaal als alternatief voor planbatenheffing bij gebiedsontwikkeling

Publieke investeringen in gebiedsontwikkeling moeten beter worden bekostigd uit de waardestijging van grond. Minister Keijzer kiest voor intensivering van het bestaande kostenverhaal boven invoering van een nieuwe planbatenheffing.

international transport

KGS kwalificatie als tussenhandelaar

De Kennisgroep omzetbelasting heeft een vraag beantwoord over de kwalificatie als tussenhandelaar.

wegwerkzaamheden

KGS reikwijdte verleggingsregeling

De Kennisgroep omzetbelasting heeft vragen beantwoord over de reikwijdte van de verleggingsregeling en de toepassing van die regeling in twee casussen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Eindejaarstips

Masterclass Vastgoedfiscaliteiten

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Masterclass in de Eigenwoningregeling

Masterclass Overdrachtsbelasting

Opleidingen

Masterclass Btw-processen in SAP S/4HANA

Nationaal Btw Congres 2025

PE-pitstop Btw en de Horeca- & Recreatiesector

Online cursus Btw en de verleggingsregeling

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×