• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Bezwaarschrift tegen aanslag kan verliesbeschikking raken

29 september 2020 door Remco Latour

bezwaarschrift kan als beroep tellen

Dient een bv een bezwaarschrift in tegen een navorderingsaanslag als gevolg van een herziening van een verrekenbaar verlies uit een ander jaar? En maakt de bv daarbij bezwaar tegen de correcties die tot de herziening leidden? Dan telt het bezwaar ook als een bezwaarschrift tegen de herziene verliesbeschikkingen, aldus Hof Den Haag.

Verliesverrekening binnen de vennootschapsbelasting

Bv’s en andere vennootschapsbelastingplichtige lichamen kunnen een fiscaal verlies in principe verrekenen met de winst van het voorafgaande jaar. Resteert na deze zogeheten achterwaartse verliesverrekening nog een bedrag aan te verrekenen verliezen? Dan valt dit verrekenbare verlies te verrekenen met de winsten van de zes jaren die volgen op het verliesjaar. Men spreekt dan van voorwaartse verliesverrekening. De staatssecretarissen van Financiën hebben bekend gemaakt dat zij de voorwaartse verliesverrekening per 1 januari 2021 onbeperkt willen maken. Maar de verliezen zullen dan pas tot € 1 miljoen aan belastbare winst volledig verrekenbaar zijn. Voor zover de belastbare winst meer bedraagt dan € 1 miljoen, zal een bv maar 50% van die winst kunnen verrekenen met verliezen. Dit zal gelden voor zowel achterwaartse of voorwaartse verliesverrekening.

Bepaling tegen handel in verlieslichamen

Als het uiteindelijk belang in een bv met compensabele verliezen wijzigt, moet men een toets uitvoeren. Daarbij vergelijkt men het belang in de bv aan het begin van het oudste jaar waarin een verlies nog niet volledig is verrekend met het belang in de bv na de wijziging. Is het belang in de bv met 30% of meer gewijzigd? Dan zijn de verliezen die zijn geleden vóór de belangenwijziging niet meer voorwaarts verrekenbaar. Een verlies dat in het jaar van de belangenwijziging zelf is geleden vóór de wijziging, moet men dan toerekenen aan het voorgaande jaar. Deze maatregel is bedoeld om fiscaal gemotiveerde handel in verlieslichamen te bestrijden.

Verliezen blijven intact

Een belangenwijziging van minimaal 30% leidt niet tot het verloren gaan van de compensabele verliezen als:

  • de belangenwijziging voortkomt uit een overgang krachtens huwelijksvermogensrecht of erfrecht;
  • een natuurlijke persoon of een rechtspersoon in het oudste verliesjaar minstens een derde deel van het uiteindelijke belang houdt en dit belang uitbreidt; of
  • de (beursgenoteerde) vennootschap met de compensabele verliezen niet bekend is of had kunnen zijn met de belangenwijziging.  Maar dan mag de belangenwijziging niet ongebruikelijk groot zijn.

Voortzetten ondernemingswerkzaamheden

Daarnaast blijft de antimisbruikbepaling achterwege als:

  • De bv het verlies lijdt in een jaar waarin haar bezittingen niet of gedurende minder dan negen maanden voor meer dan 50% bestaan uit beleggingen;
  • direct voorafgaand aan de belangenwijziging de gezamenlijke omvang van de werkzaamheden van de bv niet is afgenomen tot minder dan 30% van de gezamenlijke omvang van haar werkzaamheden aan het begin van het oudste verliesjaar; en
  • men op het moment van de belangenwijziging niet het voornemen had om de gezamenlijke omvang van de op dat tijdstip aanwezige werkzaamheden binnen drie jaar alsnog te laten afnemen tot minder dan 30% van de gezamenlijke omvang van de werkzaamheden bij het begin van het oudste verliesjaar.

Inspecteur stelt verlies vast

De inspecteur moet het bedrag van een verrekenbaar verlies vaststellen in een beschikking. Dit moet hij tegelijkertijd doen met het vaststellen van de aanslag. Een bv kan in bezwaar en beroep gaan tegen zo’n verliesvaststellingsbeschikking. Als de fiscus vermoedt dat het verlies op een te hoog bedrag is gesteld, is de verliesvaststellingsbeschikking te herzien. De inspecteur moet dan wel beschikken over een nieuw feit. Een nieuw feit is niet vereist als sprake is van kwade trouw.

Herziening verlies

Een bv had over 2012 een verlies geleden. Over het jaar 2015 behaalde de bv een winst, zodat zij weer een deel van het compensabel verlies kon verrekenen. Maar naderhand meende de inspecteur dat de belastbare winsten over 2012 en 2013 hoger waren zodat navordering nodig was. Bij het opleggen van de navorderingsaanslagen paste hij ook verliesbeschikkingen aan. Er bleef niet genoeg verlies over om te verrekenen met de winst over 2015. Daarom maakte hij de verliesverrekening ongedaan

Bezwaar tegen verliesbeschikking

De bv ging in bezwaar tegen de navorderingsaanslag over 2015. In haar bezwaarschrift protesteerde zij ook tegen de correcties over 2012 en 2013, die immers hadden geleid tot het terugnemen van de verliesverrekening. Daarmee is de bv ook in bezwaar gegaan tegen de herziene verliesbeschikkingen, zo oordeelt het hof. Daarbij maakt het niet uit dat de bv de herziene beschikkingen niet als zodanig heeft vermeld. De inspecteur moet daarom opnieuw het bezwaarschrift in behandeling nemen

Beschikking voor verliesverrekening

Overigens moet de inspecteur een eventuele verliesverrekening eveneens opnemen in een beschikking. Men kan ook tegen zo’n beschikking in bezwaar en beroep gaan. Maar dan staan deze rechtsmiddelen alleen open tegen de vaststelling van het verlies. Als geen belasting is verschuldigd, kan men ook in bezwaar en beroep gaan tegen het verrekende bedrag in een beschikking waarin de fiscus een voorwaartse verliesverrekening heeft vastgesteld.

Wet: art. 20, 20a, 20b, 21 en 21a Wet Vpb 1969

Bronnen: Ministerie van Financiën, 25 september 2020, kenmerk 2020-0000165452 en Gerechtshof Den Haag 15 september 2020 (gepubliceerd 18 september 2020), ECLI:NL:GHDHA:2020:1687, BK-20/00346

Filed Under: Nieuws, Verdieping, Verdieping, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Een belastingclaim van ongekende hoogte
Volgende artikel
Maar één opdrachtgever blijft riskant

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

vastgoed buitenland

Standpunt inhoudingsvrijstelling artikel 4, tweede lid, Wet DB en vergelijkbare functie artikel 28 Wet Vpb

De Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting heeft twee vragen beantwoord over de toepassing van de inhoudingsvrijstelling van artikel 4, tweede lid, Wet DB 1965 en een vergelijkbare functie als beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969.

verlies op certificaten

Rechtsvergelijkend onderzoek misbruik earningsstrippingmaatregel

Het kabinet geeft inzicht in de antimisbruikmaatregelen die andere EU-lidstaten hebben genomen tegen belastingconstructies waarbij misbruik wordt gemaakt van de generieke renteaftrekbeperking. Staatssecretaris Van Oostenbruggen licht de verschillen en overeenkomsten toe en schetst de Nederlandse positie.

winst cooperatie

Standpunt samenloop tussen de earningsstrippingmaatregel en de winstsplitsing bij een fiscale eenheid

De Kennisgroep reorganisatiefaciliteiten en fiscale eenheden heeft de vraag beantwoord hoe in het kader van winstsplitsing moet worden omgegaan met op grond van artikel 15b Wet Vpb 1969 op het niveau van de fiscale eenheid niet-aftrekbare rente of aftrekbare voortgewentelde rente.

deelnemingsvrijstelling

Standpunt opgeofferd bedrag na kapitaalstorting

Standpunt over de vraag of een kapitaalstorting van een belastingplichtige in haar deelneming leidt tot verhoging van het opgeofferde bedrag.

Nieuwe box 3: Vermogensaanwasbelasting vraagt om fiscale voorbereiding

Vanaf 2028 verandert box 3 ingrijpend, als het huidige wetsvoorstel ongewijzigd wordt uitgevoerd. De overgang van het forfaitaire stelsel naar een vermogensaanwasbelasting betekent dat belastingplichtigen niet langer worden belast op basis van een fictief rendement, maar op basis van het werkelijke rendement op hun vermogen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Technisch aanmerkelijk belang

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Nationaal Congres BelastingZaken 2025

AGENDA

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Verdiepingscursus Tweetrapsmakingen opzetten en afwikkelen

Masterclass Management- en werknemersparticipatie

Verdiepingscursus Erven en schenken

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Webinar Belastingplan 2026

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Afwikkeling van overnameregelingen in firmacontract en statuten

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×