Het verlengen van de zachte landing betekent dat de afgesproken verbetering op de handhaving van schijnzelfstandigheid niet wordt gerealiseerd. Daarnaast kan de Europese Commissie dit zien als het niet voldoen aan de opgenomen mijlpaal in het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). De verlenging van de zachte landing is volgens het kabinet dan ook niet wenselijk schrijft staatssecretaris Heijnen in een Kamerbrief
De Kamerbrief gaat over de handhaving van schijnzelfstandigheid en de gevolgen van het al dan niet verlengen van de zogenoemde ‘zachte landing’ . Het kabinet vindt verlenging van deze periode onwenselijk, omdat hiermee de gewenste verbetering in de handhaving van schijnzelfstandigheid uitblijft en Nederland het risico loopt op een korting op Europese steunmiddelen.
Handhavingsmoratorium
Het kabinet heeft drie speerpunten om arbeid met zelfstandigen toekomstbestendig te maken: gelijker speelveld tussen contractvormen, duidelijkheid over wie werknemer en wie zelfstandig is, en verbetering van de handhaving op schijnzelfstandigheid. De voortgang op elk van deze lijnen is volgens het kabinet urgent en kan niet wachten op de andere onderwerpen.
Sinds 2022 is aangekondigd dat het handhavingsmoratorium voor loonheffingen uiterlijk per 1 januari 2025 wordt opgeheven. Dit moratorium was een uitzondering op de controle op schijnzelfstandigheid. De opheffing komt volgens het kabinet voort uit de noodzaak om uitbuiting en misbruik tegen te gaan, de juiste contracten te waarborgen, en ongelijke concurrentie tussen bedrijven aan te pakken.
Na opheffing geldt tot 2030 een ingroeimodel. In 2025 blijft het financieel risico beperkt en worden geen boetes opgelegd; toezicht richt zich risicogericht op schijnzelfstandigheid en start meestal met een bedrijfsbezoek. Vanaf januari 2026 vervalt de zachte landing: boetes kunnen weer worden opgelegd en de Belastingdienst kan breder terugvorderen over loonheffingen vanaf 1 januari 2025. Correcties voor eerdere jaren blijven alleen mogelijk bij kwaadwillendheid of onvoldoende opvolging van eerdere aanwijzingen.
Verlenging van de zachte landing zou het vertrouwen in en de voorspelbaarheid van beleid ondermijnen, goed gedrag van organisaties ontmoedigen en het probleem van schijnzelfstandigheid onvoldoende aanpakken. Daarnaast kan verlenging leiden tot een korting van maximaal 600 miljoen op Europese herstelgelden vanwege het niet halen van een mijlpaal in het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). Het kabinet ontraadt dan ook formeel verlenging en zal blijven informeren over de effecten van het beleid,





Geef een reactie