Staatssecretaris Heijnen beantwoordt nadere vragen over het goedkeurend beleidsbesluit over de bpm. Hij licht toe waarom is gekozen voor een goedkeurend beleidsbesluit met terugwerkende kracht voor bpm op emissievrije personenauto’s en motorrijwielen, en verklaart de uitwerking en legitimatie daarvan.
Het beleidsbesluit bpm regelt dat vanaf 1 januari 2025, met terugwerkende kracht tot die datum en tot 1 januari 2026, de vaste voet voor bpm ook geldt voor emissievrije bijzondere personenauto’s en emissievrije motorrijwielen. In de beantwoording benadrukt de staatssecretaris dat er een zwaarwegend belang bestaat om dit besluit te nemen, omdat de prijsverschillen door bpm te groot zouden zijn en moeilijk te rechtvaardigen. Het beleidsbesluit is voorgesteld ter transparantie en is namens de staatssecretaris ondertekend door de hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken, na uitdrukkelijke instemming van de bewindspersoon. De staatssecretaris stelt: “Ondertekening door de hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken vindt uitsluitend plaats na de uitdrukkelijke beslissing van de verantwoordelijke bewindspersoon om het goedkeurend beleidsbesluit te treffen.”
Ondanks het gebruik van een goedkeurend beleidsbesluit, is de staatssecretaris van mening dat het besluit hierdoor niet zwakker wordt en evenmin afbreuk doet aan de staatsrechtelijke verhouding tussen bewindspersoon en Eerste Kamer. Er wordt niet gekozen voor een spoedwet omdat opname van het voorstel in het Belastingplan 2026 het snelst uitvoerbaar is. Het voorstel raakt een relatief beperkt aantal voertuigen, maar heeft wel budgettaire effecten van circa vier miljoen euro per jaar. Ook is na vragen uit de Kamer de werkwijze aangepast: voortaan zullen goedkeurende beleidsbesluiten die vooruitlopen op wetgeving door de verantwoordelijke bewindspersoon worden ondertekend. De minister van Binnenlandse Zaken zal daarnaast een notitie aanbieden over mogelijke strengere regels rond goedkeurende beleidsbesluiten.





Geef een reactie