De Bijstellingsregeling indirecte belastingen en de Provinciewet 2026 is gepubliceerd in de Staatscourant.
Deze regeling geeft uitvoering aan de indexeringsvoorschriften, neergelegd in de Wet op de accijns (WA), de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet BPM 1992), de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet MRB 1994), de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) en de Provinciewet, in samenhang met de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001).
Daarnaast geeft deze regeling uitvoering aan het indexeringsvoorschrift, neergelegd in de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR). Hiermee wordt het bedrag van de woningwaardegrens voor de startersvrijstelling aangepast aan de veranderingen in de landelijk gemiddelde WOZ-waarde.
Toegezegd is dat jaarlijks door middel van de bijstellingsregeling de nieuwe woningwaardegrens bekend wordt gemaakt die gaat gelden vanaf 1 januari van niet het aankomende jaar, maar het daaropvolgende jaar, zodat de burger ruim van tevoren kennis heeft van de van toepassing zijnde woningwaardegrens. Dat betekent dat het bedrag van € 615.000 van toepassing wordt met ingang van 1 januari 2027. Zoals vorig jaar bepaald in de Bijstellingsregeling indirecte belastingen, Provinciewet en enkele bedragen van bestuurlijke boeten 2025, bedraagt de woningwaardegrens met ingang van 1 januari 2026 (en dus tot en met 31 december 2026) € 555.000.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.
Bron: Regeling van 24 december 2025, nr. 2025-0000609875, Ministerie van Financiën, Stcrt. 2025, 40375





Geef een reactie