• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Inbreng onderneming in B.V. en tijdstip bedingen lijfrente

18 maart 2020 door Michel Halters

stakingswinst

Bij inbreng van een onderneming in een B.V. kan de ondernemer de belastingheffing over zijn oudedagsreserve en/of stakingswinst uitstellen door het bedingen van een lijfrente. Belangrijk is dat de lijfrente tijdig is bedongen. In de praktijk gaat dit nog wel eens fout. Dit artikel behandelt twee mogelijkheden om flexibeler om te gaan met het oprichten van de B.V. en het bedingen van de lijfrente.

De overnemer van de onderneming, de B.V., is een toegestane verzekeraar van een lijfrente. De ondernemer die zijn onderneming inbrengt in de B.V., kan bij diezelfde B.V. een lijfrente bedingen. Het voordeel hiervan is dat het de ondernemer geen liquiditeiten kost. Gaat het fout, dan krijgt de stakende ondernemer alsnog een aanslag voor de stakingswinst. Ook krijgt hij nog een verhoging van 20% voor de waarde van de bedongen lijfrente. Dit is de revisierente een soort boete omdat de ondernemer de lijfrente niet goed heeft uitgevoerd.

Bedingen lijfrente over stakingswinst

De ondernemer die zijn onderneming ruisend heeft ingebracht in een B.V. kan een lijfrente uiterlijk bedingen binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de ondernemer de onderneming staakt. Bij inbreng van een onderneming met terugwerkende kracht naar 1 januari 2020, lijkt het voor de hand te liggen de stakingswinst in 2019 te nemen. Dat kan volgens het arrest van 11 mei 1960, BNB 1960/193, maar dan moet de B.V. al voor 1 juli 2020 zijn opgericht. Het bedingen van een lijfrente van een B.V. in oprichting is niet mogelijk en bij het oprichten van de B.V. na 1 juli 2020 gaat het fout.

Lijfrente in oprichtingsakte B.V.

De ondernemer die zijn onderneming ruisend inbrengt in een B.V. heeft een paar alternatieven waarmee hij kan voorkomen dat hij te laat is met het bedingen van een lijfrente. Het eerste alternatief volgt uit de uitspraak van Hof Den Haag van 6 augustus 2013, ECLI:NL:2013:3122. In deze uitspraak gaat het om een geruisloze inbreng waarbij de ondernemer voor zijn oudedagsreserve een lijfrente bedong. De feitelijke overeenkomst was te laat. In geschil bij het hof was of desondanks de lijfrente tijdig door de ondernemer was bedongen. Het hof vond dat dit het geval was. In de oprichtingsakte en akte van inbreng stond dat de inbrenger een lijfrente ten laste van de vennootschap kon bedingen. Verder was te lezen dat de oprichter een lijfrente bedingt als bedoeld in de inbrengovereenkomst en de inbrengbeschrijving. De ondernemer en de vennootschap komen de voorwaarden voor de lijfrente bij een afzonderlijke akte overeenkomen, zonder tussenkomst van de notaris.  

Stakingswinst in jaar oprichting B.V.

De ondernemer hoeft de stakingswinst niet in 2019 te nemen. Hij kan de stakingswinst ook nemen in 2020 als in dat jaar de B.V. wordt opgericht. De lijfrente moet dan voor 1 juli 2021 zijn bedongen. Dit volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 18 juni 1952, B. 9242. Voordeel van het nemen van de stakingswinst in een later jaar is ook nog dat de bedragen waarvoor de ondernemer een lijfrente kan bedingen vaak nog zijn verhoogd (geïndexeerd).

Wet: artikel 3.129 en 3.130 Wet IB 2001

Beleid: Besluit van 3 juni 2014, nr. BLKB 2014/816, Stcrt. 2014, p. 16111, par. 4.2.2

Uitgelicht: Eenmanszaak of BV
Vanuit een praktische en wetenschappelijke invalshoek behandelt Taxence het laatste nieuws op het gebied van Eenmanszaak of BV. U leest prikkelende blogs en opinies, vaktechnische commentaren en inspirerende artikelen waarmee we de complexe regelgeving voor u inzichtelijk maken. Daarnaast bieden we u gratis diverse hulpmiddelen als rekentools, modelcontracten en stroomschema’s.
Nieuwsgierig? Neem een kijkje op www.taxence.nl/eenmanszaakofbv

Filed Under: Eenmanszaak of BV, Financiële planning, Verdieping, verdieping

Reageer
Vorige artikel
Pensioenopbouw tijdens tijdelijke arbeidsduurverkorting
Volgende artikel
Belast verkoopvoordeel 'eigen woning' makelaar

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

pensioenwet

Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd

De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.

lijfrente

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen.

Lastenverzwaring box 3 gaat niet door, wel versnelde afbouw Wet Hillen

De geplande lastenverzwaring in box 3 voor spaarders en beleggers in 2026 gaat niet door. Om het gat in de begroting te dichten kiest de Tweede Kamer ervoor de Wet Hillen versneld af te bouwen.

Beslaglegging fiscus

Mogelijkheid tot wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak

A-G Koopman vindt dat partners na een collectieve uitspraak in een massaalbezwaarprocedure alsnog de verdeling van de box 3-grondslag mogen wijzigen.

massaal bezwaar plus procedure 2017 tot en met 2020

Mededeling standpunt toerekening gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan partieel buitenlandse belastingplichtige

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst en de Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH hebben aan het standpunt over de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan een partieel buitenlandse belastingplichtige een mededeling toegevoegd ten aanzien de toepassing van het beleid uit het standpunt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×