Belanghebbende verklaart dat zijn onroerende zaken geen waarde hebben als gevolg van de ligging nabij veehouderijen en de aanwezigheid van fijnstof.
Het Hof verklaart het hoger beroep ongegrond en laat de WOZ beschikking, de aanslagen OZB, rioolheffing en forensenbelasting in stand.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2019:3909&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie