In hoger beroep spitst het geschil zich toe, net als voor de Rechtbank, op de vraag of de Heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak met € 225.000 te hoog heeft vastgesteld. Belanghebbende heeft gesteld dat de waarde van de onroerende zaak € 189.000 is en de Heffingsambtenaar houdt vast aan de in bezwaar vastgestelde waarde van € 225.000. Het geheel van gegevens wijst uit, de overweging…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2020:1931&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie