Inkomsten uit hennephandel respectievelijk deelname aan een criminele organisatie. Naar het oordeel van het Hof is belanghebbende te kwader trouw als bedoeld in art. 16, lid 1, van de AWR. Voorts bestaat, naar het oordeel van het Hof, aanleiding om de bewijslast om te keren en te verzwaren wegens het niet doen van de vereiste aangifte. Het Hof acht de schatting van het wederrechtelijk voordeel …
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2019:3086&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie