Niet in geschil is dat belanghebbende op grond van de letterlijke tekst van de Wet BRV overdrachtsbelasting is verschuldigd ter zake van de verkrijging. Naar het oordeel van het hof kan niet worden gezegd dat het heffen van overdrachtsbelasting in de onderhavige situatie in strijd is met doel en strekking van artikel 4 Wet BRV.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2023:1033&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie