De zaak is een van de zaken die worden uitgeprocedeerd in een zogenoemde massaal-bezwaarprocedure. In die procedures is de vraag aan de orde of box 3 van de inkomstenbelasting (de vermogensrendementsheffing) in strijd is met art. 1 EP en/of art. 14 EVRM.
De belastingplichtige in deze zaak bezat in 2017 een vermogen van ca. € 1 miljoen dat voor ca. 80% was belegd in spaargeld met een lage rente…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:PHR:2021:1019&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie