BPM. Voldoening op aangifte. Beroep kennelijk ongegrond.
Niet gebleken dat teveel BPM is betaald, de hoorplicht is geschonden maar leidt niet tot nadeel nu geen verschil van mening is over de feiten maar over de vraag of heffen van BPM strijdig is met het Unierecht en de bewijslastverdeling.
Verzet ongegrond.
Op grond van art. 6:22 AWB kan aan de schending van de hoorplicht voorbij gegaan wo…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:10453&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie