In geschil is de hoogte van de verschuldigde overdrachtsbelasting. De rechtbank gaat uit van een civielrechtelijke benadering van de Wet BRV, in plaats van, zoals eiseres voorstaat, een economische benadering. Geen sprake van een te verdelen gemeenschap zoals omschreven in artikel 3:182 BW, daardoor geen toepassing van de artikelen 7 en 12 van de Wet BRV en de doorkijkarresten van de Hoge Raad….
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2018:1048&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie