De heffing van ib/pvv vindt haar grondslag in nationaal wettelijke regelingen en met het opleggen van de aanslag ib/pvv is in casu geen uitvoering gegeven aan het Unierecht. Eiseres kan dus geen direct beroep op het Europese verdedigingsbeginsel zoals dat volgt uit het Sopropé-arrest en artikel 41 van het Handvest. Evenmin is enig beginsel van behoorlijk bestuur geschonden.
De door verweerder t…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2018:7607&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie