De rechtbank oordeelt dat een aan eiser opgelegde aanslag op grond van artikel 8.9 van de Wet IB 2001 juist is. Dat eiseres bij het doen van aangifte niets verkeerds heeft gedaan maakt dit niet anders en de stelling van eiseres dat genoemde bepaling ertoe strekt dat een belastingplichtige in een geval als dit niet geconfronteerd mag worden met een aanslag, omdat een en ander niet van te voren i…
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2022:9562&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie