Artikel 16, vierde lid, van de AWR. Inkeerder van buitenlands spaartegoed. Begrip ‘opgekomen in het buitenland’. Werkt omkering van de bewijslast door naar de feitenvaststelling voor de bepaling of de verlengde navorderingstermijn van toepassing is? De rechtbank beantwoordt de vraag ontkennend met een discursieve motivering.
Belanghebbende beschikte in de jaren 2001 tot en met 2007 buitenlands…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2017:7180&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie