• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Belastingdienst mag wijziging boekjaar negeren bij misbruik

19 juni 2017 door Remco Latour

Hof Amsterdam moest zich onlangs buigen over de vraag of een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting over 2004 moest worden vernietigd omdat de desbetreffende B.V. haar boekjaar had gewijzigd. Het hof oordeelde dat de fiscus zo’n wijziging van het boekjaar mag negeren als de wijziging was bedoeld om een incidenteel fiscaal voordeel te behalen.

In deze zaak had de B.V. op 28 november 2003 haar statuten gewijzigd waardoor haar boekjaar aanving op 1 januari 2003 en eindigde op 30 november 2003. Op 10 november 2004 werd de B.V. gevoegd in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, waarbij zij de functie van moedermaatschappij kreeg. Op 29 november 2004 vond opnieuw een statutenwijziging plaats. Op grond van deze wijziging eindigde het boekjaar dat was begonnen op 1 december 2003 op 31 december 2004. Volgens de B.V. bestond er geen boekjaar 2004 maar alleen een lang boekjaar 2003/2004. De Belastingdienst zou daarom met het opleggen van een navorderingsaanslag over 2004 een aanslag hebben opgelegd die niet rechtsgeldig was. Maar Hof Amsterdam vond aannemelijk dat de B.V. haar statuten en boekjaar had gewijzigd om een incidenteel fiscaal voordeel te behalen. Dankzij de statutenwijziging kon de B.V. namelijk langer gebruik maken van bepaald overgangsrecht. Nadat dit voordeel was benut, was bovendien het boekjaar weer gewijzigd in het kalenderjaar. Het hof stond daarom toe dat de Belastingdienst bij het opleggen van de navorderingsaanslag geen rekening hield met de eerste statutenwijziging. De navorderingsaanslag kon daardoor in stand blijven.

 

Wet: artikel 7, vierde lid, Wet Vpb 1969

Meer informatie: Hof Amsterdam 8 juni 2017 (gepubliceerd 14 juni 2017), ECLI:NL:GHAMS:2017:2159

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Zakelijke verhuiskosten ondanks niet-verplaatste onderneming
Volgende artikel
Notaris niet aansprakelijk voor niet-betaalde OVB

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Mededeling toepassing aftrek wegens fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×