• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Agenda
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Uitgelicht: Belastingplan 2021

Belegger niet gespaard bij nieuwe box 3

15 oktober 2019 door Michel Halters Leave a Comment

De weerstand tegen het forfaitaire rendement van box 3 is de laatste tijd behoorlijk toegenomen. De Staatssecretaris is nu met een voorstel voor herziening van de vermogensrendementsheffing gekomen. Voor spaarders rekent het voorstel nu wel met een reëel rendement, maar voor overige bezittingen en schulden is dat maar zeer de vraag.

De staatssecretaris is gekomen met een nieuw plan voor de vermogensrendementsheffing per 1 januari 2022. Het forfaitaire rendement of beter forfaitair inkomen over het vermogen bedraagt voor spaargeld 0,09% (verwachting op basis van het huidige gemiddelde rendement) van het spaargeld. Overige bezittingen hebben een fictief rendement of inkomen van 5,33%. Schulden zijn aftrekbaar tegen 3,03%. Nadat het forfaitair inkomen op basis van bovenstaande is bepaald, mag een belastingplichtige rekening houden met een vrijgesteld inkomen van € 400.

De vrijstelling van € 444.444 spaargeld

Iemand die alleen spaargeld heeft mag dus € 400 / 0,09% = € 444.444 hebben voordat hij belasting over zijn spaargeld moet betalen. Fiscale partners mogen ieder de vrijstelling van het forfaitaire inkomen van € 400 toepassen. Mensen met alleen spaargeld gaan er inderdaad op vooruit. Dit gaat echter ten kosten van de mensen die overige bezittingen hebben in box 3. Deze overige bezittingen worden geacht een fictief rendement op te leveren van 5,33%. Een dergelijk hoog rendement is in de praktijk vaak niet reëel. Denk aan de eigenaar die een perceel (landbouw-)grond verpacht en voor wie die pacht geen ondernemingsuitoefening meer is. Ook een tweede woning zal vaak veel minder dan 6% rendement opleveren. Een ander door de staatssecretaris genoemd voorbeeld zijn obligaties. Met obligaties is wellicht meer rendement te behalen dan met spaargeld, maar een rendement van 5,33% op obligaties is niet reëel. Ook een vordering vanwege een lening die in box 3 valt heeft vaak een lagere renteopbrengst. Wat te denken van een renteloze vordering? Of wat te denken van een vader die op 1 januari een vordering heeft op zijn kind omdat hij een betaling heeft voorgeschoten. Of een vordering vanwege schenking uit schuldigerkenning bij de begiftigde.

Voor schulden hanteert het wetsvoorstel een fictieve rente van 3,03%. Dit is gebaseerd op de gemiddelde hypotheekrente per 1 juni 2019. Is sprake van een schenking onder schuldigerkenning? Dan moet de schenker 6% over deze bedragen voldoen, zodat de schuldigerkenning ook fiscaal goed uitpakt. Dit is twee keer zoveel dan de forfaitaire rente van 3,03%. Het voorstel voor de hervorming van box 3 stimuleert het aflossen van schulden, zoals blijkt uit voorbeeld 4 hierna.

Conclusie

Het is niet zo moeilijk te voorspellen dat spaarders met vermogen er flink op vooruit gaan. Dit ten koste van de belegger die met geleend geld heeft belegd. Dat geldt ook voor belastingplichtigen met obligaties, verhuurde (vakantie-)woningen  en verpachte gronden. In de volgende voorbeelden zal ik dit cijfermatig uitwerken. Daarbij wel de kanttekening dat ik met de werkelijke opbrengsten van de bank- en spaartegoeden en de beleggingen geen rekening hou. Uiteindelijk is belangrijk wat er onder aan de streep, opbrengst minus kosten waaronder belastingen, overblijft. Het nieuwe voorstel is wellicht gebaseerd op een reëler rendement voor de spaarder, maar de benadering van het werkelijk rendement op overige bezittingen in box 3 en met de werkelijke rente op schulden in box 3 is met de voorgestelde forfaits soms ver te zoeken. Daarmee verschuift het probleem van de forfaitaire heffing van box 3 van de spaarder naar belegger met overige bezittingen.

Voorbeeld 1

Jan Rijkaard heeft aan box 3 vermogen € 500.000 op een spaarrekening staan. Jan heeft geen fiscaal partner. Hoeveel belasting moet hij in 2019 betalen? Hoeveel wordt dit als het kabinet besluit het wetsvoorstel in te voeren?

Uitwerking

Na aftrek van het heffingsvrije vermogen van € 30.360, resteert een grondslag van € 469.640. Hierover is Jan in 2019 € 5.730 vermogensrendementsheffing verschuldigd. Het vermogen is meer dan € 30.360. In 2022 is dus vermogensrendementsheffing verschuldigd. In het nieuwe stelsel, geldt dat Jan een forfaitair inkomen uit sparen heeft van 0,09% (voorlopige cijfers) van € 500.000 = € 450. Hierop komt het heffingsvrije inkomen (voorlopig) vastgesteld op € 400 in mindering, zodat aan forfaitair rendement resteert € 50. De belasting hierover is 33%, zodat Jan in 2022 nog maar € 16 belasting hoeft te betalen.

Voorbeeld 2

Kees de Pineut is een alleenstaande dga van Fried Air B.V. In het verleden heeft Kees zich laten adviseren over zijn vermogensopbouw en uit het advies is gekomen dat Kees in privé vermogen kon opbouwen door € 500.000 van zijn B.V. te lenen. Dat advies heeft hem geen windeieren gelegd. Zijn huidige vermogen bestaat uit beleggingen ter waarde van € 1 miljoen en de schuld aan zijn B.V. van € 500.000. Hoeveel vermogensrendementsheffing moet Kees in 2019 betalen en wat wordt dit in 2022?

Uitwerking

Na aftrek van het heffingsvrije vermogen van 30.360 resteert een grondslag voor box 3 van € 472.740. Hierover is Kees in 2019 € 5.772 vermogensrendementsheffing verschuldigd. Als in 2022 de plannen voor de nieuwe box 3 doorgaan, moet Kees in 2022 € 12.457 belasting gaan betalen, ruim het dubbele wat hij in 2019 zou moeten betalen. Dit is als volgt berekend. Beleggingen van € 1 miljoen leveren fictief een rendement op van € 53.300 (5,33% van € 1 miljoen). Hierop komt in mindering de fictieve rente op de schuld van € 15.550 (3,03% van € 500.000) er resteert dan een forfaitair inkomen van € 38.150. Hierop komt nog in mindering het heffingsvrije inkomen van € 400. Uiteindelijk is het forfaitair inkomen 37.750 en hierover is 33% belasting verschuldigd.

Voorbeeld 3

Esther de Wildt is weduwe en heeft bij de bank een vermogen van € 1 miljoen op spaarrekeningen uit staan. Op advies van haar belastingadviseur heeft zij in de afgelopen jaren bedragen schuldig erkend aan haar enige zoon Stefan. Per 1 januari 2019 heeft zij een bedrag van € 500.000 schuldig erkend aan haar zoon. Hoeveel belasting moet Esther in 2019 over haar vermogen betalen. Wat wordt dit in 2022 zonder rekening te houden met de schuldigerkenning en wat als wel rekening wordt gehouden met de schuldigerkenning.

Uitwerking

Na aftrek van het heffingsvrije vermogen van € 30.360, resteert een grondslag voor box 3 van € 472.740. Hierover is Esther in 2019 € 5.772 verschuldigd. In 2022 is zij hierover niets meer verschuldigd. Forfaitair inkomen uit de spaarrekeningen is € 900 (0,09% x € 1 miljoen). De fictieve rente op de schuld bedraagt € 15.150 (3,03% van € 500.000). Dit inkomen is bij elkaar minder dan nihil, dus nihil. Zou het vermogen van Esther uit overige bezittingen hebben bestaan, dan zou Esther in 2022 € 12.457 vermogensrendementsheffing hebben moeten betalen.

Voorbeeld 4

Esther uit het vorige voorbeeld heeft eind 2018 voor € 1 miljoen aan beleggingen en een schuld van € 500.000 uit schuldigerkenning aan haar zoon. Wat zijn de gevolgen voor 2019 als zij besluit de schuld aan haar zoon af te lossen? En welke gevolgen voor 2022?

Uitwerking

Na betaling van € 500.000 aan haar zoon resteert voor Esther een vermogen van € 500.000. Daarvoor geldt dat zij in 2019 € 5.730 vermogensrendementsheffing moet betalen (zie voorbeeld 1). In 2022 moet Esther € 8.662 betalen. Dit inkomen bestaat uit forfaitair inkomen van € 26.650 (5,33% van € 500.000), waarop in mindering komt € 400 vrijgesteld inkomen. Resteert € 26.250 waarover € 8.663 (33%) belasting is verschuldigd. Door het aflossen van de schuld aan haar zoon kan Esther € 3.794 (€ 12.457 -/- € 8.663) besparen. Of Esther ook echt moet aflossen is afhankelijk van de vraag hoeveel rendement Esther daadwerkelijk behaalt op haar vermogen. Als dat (veel) meer is dan € 3.794, dan is het niet raadzaam de schuld aan haar zoon af te lossen.

Meer informatie:

Kamerbrief aanpassing box 3 van 6 september 2019

Vorige artikel
Aankoop na staking is geen herinvestering
Volgende artikel
Fiscus moet aantonen dat aanslag is ontvangen

Filed Under: Financiële planning, Nieuws, Verdieping, Verdieping

Reader Interactions

Recente berichten

verliesverrekening

Pas per element-benadering toe in oudere zaken

Op grond van de per element-benadering waren tot 1 januari 2018 bepaalde renteaftrekbeperkingen niet van toepassing als de rente toekwam aan een buitenlands lichaam.

Hogere belasting voor miljonairs?

De roep om vermogen zwaarder te belasten klinkt wereldwijd steeds luider volgens een artikel in het FD. De reden is simpel namelijk geldgebrek. De coronacrisis zorgt voor zware tekorten in de overheidsbegrotingen.

Regeling ‘Bedrag ineens’ jaar later ingevoerd

De Eerste Kamer debatteerde 12 januari met minister Koolmees van SZW over het wetsvoorstel Bedrag ineens, Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) en verlofsparen.

Drie maanden meer tijd voor inbreng met terugwerkende kracht

Als de vijftienmaandstermijn voor de geruisloze inbreng in de bv is verstreken in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020, heeft een verlenging van deze termijn met drie maanden plaatsgevonden.

Beantwoording vragen Wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen

Minister Koolmees stuurt de nota van het verslag van het wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen naar de Eerste Kamer.

Geef een reactie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Zoeken

AGENDA

Masterclass Polislezen en fiscale behandeling lijfrenten, stamrechten en kapitaalverzekeringen

PE-Pitstop Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

Masterclass bedrijfsopvolging

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Masterclass Vermogen in box 1, 2, 3

Recent nieuws

Geheimhoudingsplicht advocaten

Intern beraad Belastingdienst mag geheim blijven

verliesverrekening

Pas per element-benadering toe in oudere zaken

NSW

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 ingediend

Terechte weigering nultarief van fraude onwetende ondernemer

Lage betalingskorting wekt verbazing

Meer berichten

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Agenda
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×