Er moet een op rechtsherstel gerichte compensatie voor box 3-inkomen worden geboden als het oorspronkelijke forfaitaire rendement tot een hogere heffing heeft geleid dan het werkelijke rendement. De belastbare rendementen worden door de rechtbank vastgesteld op basis van de daadwerkelijk behaalde rendementen.
Bij de rechtbank is het box 3-inkomen in geschil. Ook is nog in geschil of de teruggaafbeschikkingen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet niet te laag zijn vastgesteld.
Werkelijk rendement lager dan forfaitair rendement rechtsherstel
De man heeft zich op het standpunt gesteld dat de heffing over het inkomen uit sparen en beleggen in strijd is met internationaal recht. Daarom valt deze procedure niet onder de massaal bezwaarprocedure. De staatssecretaris heeft bezwaarschriften tegen aanslagen IB/PVV voor 2017 tot en 2020 als massaal bezwaar aangewezen. Daar valt dit bezwaar dus ook onder. Op 4 februari 2022 is de collectieve uitspraak op bezwaar gedaan. De rechtbank beoordeelt de stellingen van de man in het licht van de collectieve uitspraak. Als aanslagen nog niet definitief vaststaan moet volgens hof Arnhem-Leeuwarden een op rechtsherstel gerichte compensatie worden geboden als het oorspronkelijke forfaitaire rendement tot een hogere heffing heeft geleid dan het werkelijk behaalde rendement. Voor antwoord op de vraag of sprake is van afdoende rechtsherstel moet worden aangesloten bij werkelijk rendement volgens hof Den Bosch. De rechtbank concludeert in deze zaak dat het fictieve rendement in het geboden rechtsherstel nog steeds fors hoger is dan werkelijke rendement. De rechtbank draagt de inspecteur op het box 3-inkomen te bepalen op basis van het werkelijke rendement.
Dubbele heffing Zvw terecht
De man vindt dat de lijfrente-uitkering ten onrechte tot het bijdrage-inkomen Zvw is gerekend. Het leidt namelijk tot dubbele heffing van Zvw. Toen de man de lijfrente-premie betaalde heeft hij geen aftrek gehad van Zvw en nu wordt op de uitkering opnieuw Zvw berekend. De rechtbank verwijst naar eerdere procedures. Alleen bij een omzetting van een oudedagsreserve in een lijfrente kan de lijfrentepremie in mindering komen op het bijdrage-inkomen Zvw. De lijfrente-uitkeringen van de man zijn terecht tot het bijdrage-inkomen Zvw gerekend.
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001 en art. 43 Zvw, art. 1 EP EVRM en art. 14 EVRM
Geef een reactie