• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Strijd om waarde woning bij erfrechtelijke verkrijging

24 januari 2013 door Marieke Jansen

Bij de erfrechtelijke verkrijging van een woning vóór 2012 was de WOZ-waarde op 1 januari van het verkrijgingsjaar bepalend voor het belastbaar bedrag. Het waarderen op de economische waarde van de woning op het moment van verkrijging volgens de algemene bepaling in de Successiewet was niet toegestaan.

Wanneer een woning tot de nalatenschap behoort, bestaat sinds 1 januari 2012 de keuze om de woning te waarderen op de WOZ-waarde die geldt voor of na het jaar van verkrijging. Tot 1 januari 2012 bepaalde artikel 21 lid 5 Successiewet (SW) dat het belastbaar bedrag gelijk is aan de WOZ-waarde van de woning in het jaar van verkrijging. Rechtbank ’s-Gravenhage bepaalde in de zaak die zij behandelde dat dit ook gold voor een woning die op het moment van de verkrijging leeg en te koop stond. Een waardering naar de werkelijke waarde van de woning (volgens de algemene regel van artikel 21 lid 1 SW) op het moment van de verkrijging was niet mogelijk omdat de waarderingsregel van lid 5 gold. De bijzondere regel ging voor op de algemene regel. Dit leidde volgens de rechtbank niet tot een individuele buitensporige last en daarom was er geen sprake van strijd met het recht van eigendom volgens artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.

 

Wet: artikel 21 lid 1 en lid 5 SW (tekst 2011), artikel 1 Eerste Protocol EVRM (Engelstalig)

Meer informatie: Rechtbank ‘s-Gravenhage, 14 december 2012 (gepubliceerd op 18 januari 2013), LJN: BY8894

Filed Under: Estate Planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Ongeloofwaardig verhaal maakte verlies lening niet aftrekbaar
Volgende artikel
Oneigenlijke alimentatie geen persoonsgebonden aftrekpost

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

woning-verkoop

KGS fiscaal partnerschap bij bloot eigendom en recht van gebruik en bewoning

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of sprake is van fiscaal partnerschap wanneer een belastingplichtige de bloot eigendom van een woning heeft en in die woning gaat samenwonen met een belastingplichtige die het recht van gebruik en bewoning van die woning heeft. Ouders hebben de bloot eigendom van hun woning overgedragen aan hun... lees verder

BOR vijfjaarstermijn

Geen vorderingsrecht en geen partnervrijstelling voor inwonend kind

Een inwonende zoon krijgt geen vrijstelling erfbelasting, ook niet bij langdurig samenwonen met ouder. Het hof wijst zowel het beroep op een schuldig erfdeel als de mantelzorguitzondering af.

Belastingontwijking

Van Oostenbruggen ontraadt motie over onafhankelijk fundamenteel onderzoek onbelaste vermogensoverdracht

Staatssecretaris Van Oostenbruggen ontraadt een ingediende motie over een onafhankelijk fundamenteel onderzoek naar onbelaste vermogensoverdrachten.

breukdelengemeenschap

NOB kritisch op aanpak constructie ongelijke breukdelengemeenschap

De NOB waarschuwt dat het wetsvoorstel tegen belastingontwijking via ongelijke breukdelen te ver reikt. De voorgestelde regeling zou ook legitieme civielrechtelijke keuzes onterecht belasten.

Besluit internationale aspecten schenk- en erfbelasting geactualiseerd

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met het beleid over voorkoming van dubbele schenk- en erfbelasting en de toepassing van de woonplaatsficties in de Successiewet 1956. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Basiscursus Estate planning

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Relatievermogensrecht – Civiel en fiscaal – Het hele relatievermogensrecht in één dag!

Verdiepingscursus Erven en schenken

Verdiepingscursus Vereffening van nalatenschappen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×