• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Tax Technology
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Opleidingen
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Partners
    • CROP

Wanneer is sprake van een informele kapitaalstorting?

2 juni 2014 door Remco Latour

Bv’s moeten informele kapitaalstortingen uit hun winst elimineren. Daarbij kan pas sprake zijn van een informeel kapitaal als de aandeelhouder vermogen inbrengt in die bv op grond van aandeelhoudersmotieven. Hiervan is geen sprake als de waarde van een vordering op een derde stijgt door een zakelijke garantstelling door een zustermaatschappij.

Elimineren uit de winst bv

De herkenning van een formele of informele kapitaalstorting is van belang bij de fiscale winstberekening. Bij de vermogensvergelijking moet men namelijk kapitaalstortingen niet tot de winst van de bv rekenen. Dit geldt trouwens ook voor IB-ondernemingen, al spreekt men daar eerder van privéstortingen.

 

Geen aftrek voor aandeelhouder

Het doen van een kapitaalstorting leidt in beginsel evenmin tot aftrek bij de aandeelhouder die deze storting doet. Een aanmerkelijkbelanghouder mag wel de verkrijgingsprijs van zijn aanmerkelijk belang verhogen met het bedrag van de storting. Bij een latere vervreemding is zijn fiscale winst dus lager. Een holding die een kapitaalstorting doet, mag de verkrijgingsprijs van het belang ook vergroten. Is sprake van een deelneming, dan spreekt men vaak van de opgeofferde waarde. Het resultaat uit een deelneming valt in beginsel onder de deelnemingsvrijstelling. Bij liquidatie van de deelneming kan de holding wel een verlies aftrekken. In deze situatie kan de informele kapitaalstorting het aftrekbare liquidatieverlies vergroten.

 

Vormen

Kapitaalstortingen kunnen vele vormen aannemen. Een veel gemaakt onderscheid is tussen de formele kapitaalstorting en de informele kapitaalstortingen. De formele kapitaalstorting vindt bijvoorbeeld plaats bij de oprichting van een bv. Informele kapitaalstortingen bestaan vaak uit allerlei bevoordelingen van de bv door de aandeelhouder. Bijvoorbeeld door een te lage vergoeding in rekening brengen voor bepaalde leveringen of diensten.

 

Vermogensverschuiving

Hierbij is van belang dat pas sprake kan zijn van een informele kapitaalstorting als vermogen (fictief) verschuift van de aandeelhouder naar de bv. Deze vermogensverschuiving moet bovendien plaatsvinden op grond van aandeelhoudersmotieven.

 

Waardestijging vordering

Een bv probeerde de heffing over een waardestijging van vorderingen te voorkomen door te stellen dat sprake was van een informele kapitaalstorting. Wat was nu het geval? Deze bv behoorde samen met haar twee dochtermaatschappijen tot een fiscale eenheid. De aandelen in de bv zelf waren in handen van een Japans bedrijf, dat ook een Amerikaanse Incorporation (Inc) bezat. Via haar dochtermaatschappij had de bv in totaal ongeveer 8,7 miljoen aan handelsvorderingen op een Spaanse distributeur. Vanwege de slechte financiële positie van de distributeur paste de bv een forse afwaardering toe op deze vorderingen. Naderhand besloot het Japanse bedrijf dat zijn Inc alle aandelen in de distributeur moest verwerven en garant moest staan voor de vorderingen van de bv. Hierdoor werden deze vorderingen weer volwaardig.

 

Zakelijk handelen

De bv meende dat de Inc met de garantstelling een verkapte dividenduitkering had gedaan aan de Japanse moedermaatschappij. Deze zou vervolgens informeel kapitaal hebben gestort in de bv. Rechtbank Den Haag vond dat hier geen sprake was van een vermogensverschuiving van het Japanse bedrijf naar de bv. De enkele garantstelling van de Inc vormde geen informele kapitaalstorting. Bovendien had de garantstelling betrekking op het nakomen van zakelijke verplichtingen van de distributeur. De bv had haar vorderingen op de distributeur immers verkregen in de bedrijfsvoering. De afwaardering van de vorderingen moesten daarom gewoon worden teruggenomen.

 

Wet: artikel 4.21 IB 2001 en artikel 13d Vpb 1969

Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 13 maart 2014 (gepubliceerd 23 mei 2014), ECLI:NL:RBDHA:2014:3296

Filed Under: Dga & BV, Nieuws, Verdieping, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Klein indirect belang kan ook onder BOF vallen
Volgende artikel
Voorwaardelijke korting kan WOZ-waarde beïnvloeden

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Belastingontwijking

Naheffing dividendbelasting vanwege tussengeschoven lichaam

Het tussenschuiven van een lichaam met geen ander doel dan het besparen van dividendbelasting kan misbruik van Unierecht zijn. De fiscus mag dan dividendbelasting naheffen.

Heffing bij zetelverplaatsing PEB-lichaam kan verboden zijn

Bij de zetelverplaatsing van een lichaam met een pensioen in eigen beheer mag de Belastingdienst niet bij de dga pensioen- en lijfrenteaanspraken belasten als hij daarmee het rechtszekerheidsbeginsel schendt.

Bedenk tijdig hoe transfer pricing informatie te vergaren

Mr. Eric Dankaart behandelt in een nieuwe Tax Talks e-learning het gebruik van tax technology om de verplichtingen rond transfer pricing te vervullen.

Aan geruisloze inbreng in bv kleven voorwaarden

Het is mogelijk om een IB-onderneming in te brengen in een bv of nv, zonder dat de ondernemer daarbij fiscaal moet afrekenen. Aan zo’n geruisloze inbreng zijn wel voorwaarden verbonden.

Afdekking waarderisico van bv verhindert voeging in FE

Een holding die het risico van een nadelige waardeontwikkeling van een belang in een bv afdekt, kan niet samen met die bv behoren tot dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.

Geef een antwoord Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Opleidingen

PE-Pitstop Fiscale aspecten juridische splitsing

Online cursus Technisch aanmerkelijk belang

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×