• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Toepassing fraus legis bij private equity-overnamestructuur

4 maart 2024 door Remco Latour

Kaaiman eilanden

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat het zogeheten Spilfunctie-arrest de toepassing van fraus legis niet per definitie uitsluit.

Een private-equityfonds heeft eigen vermogen van beleggers bijeengebracht en geleid naar twee op de Kaaimaneilanden geconfigureerde (sub)subfondsen (LP’s). Het vermogen wordt gebruikt voor leveraged overnames van Europese targets om die later met vermogenswinst te verkopen. Een bv was zo’n target dat meteen na aankoop in een fiscale eenheid is gevoegd met het overnamevehikel. Het bijeengebrachte eigen vermogen is omgezet in hybride, naar Luxemburgs recht vreemd vermogen (preferred equity shares): A-PEC’s (€ 49 mln.) en B-PEC’s (€ 636 mln.). De Luxemburgse moeder van de bv heeft deze shares uitgekeerd. Zij brengt € 43 mln. in de bv in als kapitaal en leent haar daarnaast ruim € 634 mln. uit. Deze shareholder loan (SHL) is achtergesteld bij de meefinancierende banklening, heeft geen zekerheden, en draagt jaarlijks ruim 15% bij te schrijven rente. De kapitaalstorting en de SHL zijn deels gebruikt ter aflossing van bestaande schulden van de fiscale eenheid.

Geen renteaftrekbeperking?

In geschil is de renteaftrek op de SHL. In de eerste cassatieronde was toepassing van de antiwinstdrainagemaatregel uitgesloten. Vervolgens is de zaak verwezen naar hof Den Haag omdat hof Amsterdam ten onrechte het beroep van de inspecteur op fraus legis niet had behandeld. Zie onder andere NTFR 2022/3113 en ‘Niet-verbondenheid financiers kan renteaftrek FE redden’. Voor het verwijzingshof bepleit de bv dat het Spilfunctie-arrest (NTFR 2023/514) een aanvullende toepassing van fraus legis in de weg staat. Zie ‘Renteaftrek voor schuld aan verbonden lichaam’ voor meer informatie over het Spilfunctie-arrest. Hof Den Haag acht echter het geval van de bv wezenlijk anders dan dat van de belanghebbende in het Spilfunctie-arrest. Volgens het hof is de rente niet volledig aftrekbaar. Zie NTFR 2023/2042 en ‘Fraus legis ondanks tegenbewijs bij antiwinstdrainage’.

Antiwinstdrainagemaatregel blijft achterwege

Beide partijen gaan in cassatie. De Advocaat-generaal (A-G) constateert dat de Hoge Raad in de eerste cassatieronde heeft geoordeeld dat geen ‘verbondenheid’ bestaat tussen de vermogensomzetters en de rentedebiteur in de zin van de antiwinstdrainagemaatregel. Volgens de A-G is daardoor de antiwinstdrainagemaatregel niet van toepassing en komt men dus niet toe aan het tegenbewijs. In dat geval moet men terugvallen op oudere rechtspraak over kunstmatige leningen die geen reële niet-fiscale functie hebben. In de zaak van de bv is de zakelijke handeling de overname en is de gekunstelde vreemde financiering de SHL. De Hoge Raad heeft volgens de A-G verwarring gezaaid in de eerste cassatieronde door zijn suggestie dat als het eigen vermogen niet is omgeleid binnen concern omdat er geen ‘concern’ is, daarmee het tegenbewijs van zakelijkheid ex artikel 10a lid 3 letter a Wet Vpb 1969 zou zijn geleverd. Dat is volgens de A-G niet het geval.

Beroep op fraus legis mogelijk

Volgens A-G Wattel staat het Spilfunctie-arrest niet in de weg aan fraus legis. In de zaak van het Spil-arrest was de antiwinstdrainagemaatregel namelijk wel van toepassing op de (gehele) financieringsstructuur, nu alle betrokkenen (wel) concernonderdeel waren. Bovendien zou de (gehele) financieringsstructuur in die zaak (wel) zakelijk kunnen zijn als de overnamesom uit het concern bij de verbonden uitleenster beschikbaar was gekomen doordat zij een financiële spilfunctie vervulde. Maar in het geval van de bv is de antiwinstdrainagemaatregel niet van toepassing op de verhouding tussen de vermogensomzetters en de rentedebiteur. Ook staat vast dat het geld bij de LP’s eigen vermogen was en door tussenschuiven van de moeder is omgezet in vreemd vermogen.

A-G concludeert tot afwijzing cassatieberoepen

De staatssecretaris van Financiën stelt dat het verwijzingshof ten onrechte een deel van de resterende 2,5%-rente nog wel aftrekbaar heeft geacht, namelijk voor zover de SHL is gebruikt ter aflossing van de vóór de overname al bestaande schulden van de bv. Maar de A-G raadt de Hoge Raad aan om niet alleen het cassatieberoep van de bv, maar ook dat van de Belastingdienst ongegrond te verklaren. Volgens de A-G stuit het betoog van de inspecteur af op:

  •  het gegeven dat de inspecteur vóór de overname een vaststellingsovereenkomst met de bv heeft gesloten waarin ook de (mate van) aftrek van de rente op de toen bestaande schulden was betrokken. De fiscus kan dan niet meer stellen dat een groot deel van die oude schulden op grond van fraus legis niet aftrekbaar is; (ii)
  • het gegeven dat een fiscaalrechtelijke (rente)correctie (naar 2,5%) uiteraard fiscaalrechtelijk niet is te negeren. Door die correctie is er geen belastingbesparing meer ten opzichte van de situatie vóór aangaan van de SHL, gegeven dat de inspecteur bij compromis een renteaftrek op de oude schulden heeft aanvaard. Voor fraus legis is een belastingbesparing vereist ten opzichte van de situatie zonder de frauslegiaanse rechtshandeling(en). Daarzonder is niet voldaan aan het effectieve criterium voor fraus legis.

Wet: art. 10a Wet Vpb 1969

Bron: Parket bij de Hoge Raad 16 februari 2024 (gepubliceerd 1 maart 2024) ECLI:NL:PHR:2024:182, 23/03961

Meerdaagse verdiepingscursus Vennootschapsbelasting

Heb je minimaal drie jaar werkervaring in de fiscaliteit en ben je op zoek naar een verdiepingsslag in de vennootschapsbelasting, dan is deze meerdaagse training je op het lijf geschreven. In vier middagen krijg je een praktische vertaalslag van de theorie.

Meer informatie en aanmelden

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Subsidieregeling duurzame energie en verlagen CO2-uitstoot open vanaf september
Volgende artikel
Bouwterrein kan nutteloze fundering hebben

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Toepassing hardheidsclausule aftrek fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×