De waterschapsbelasting gaat volgend jaar opnieuw omhoog vanwege toenemende kosten voor waterveiligheid en klimaatmaatregelen. De tarieven verschillen per regio, afhankelijk van lokale omstandigheden en beleidskeuzes.
De meeste waterschappen versturen hun belastingaanslagen rond 1 maart. Door de inventarisatie van de Unie van Waterschappen, is er al het een en ander bekend.
Gezinnen met een eigen woning betalen in 2026 gemiddeld € 32 meer per jaar, terwijl eenpersoonshuishoudens in een huurwoning € 10 extra kwijt zijn.
Grote uitdagingen
De waterschappen in Nederland staan voor grote uitdagingen door klimaatverandering, zoals hevige regenbuien, droge periodes en stijgende zeespiegels. Dit vraagt om investeringen in veilige dijken, voldoende waterbergingen en betere rioolwaterzuivering. De waterschappen willen de problemen nu aanpakken om grotere problemen voor volgende generaties te voorkomen. Door hogere loonkosten, energieprijzen en materiaalkosten is de verhoging van de waterschapsbelasting helaas onvermijdelijk, aldus de Unie van Waterschappen.
Verschillen per regio en huishouden
De hoogte van de waterschapsbelasting varieert sterk per waterschap. Dit hangt af van factoren als de ligging van het gebied (laag- of hooggelegen), de mate van verstedelijking, de aanwezigheid van kwetsbare natuur en het aantal te onderhouden dijken. Bovendien maken waterschappen verschillende keuzes over de snelheid en de wijze van uitvoering van de maatregelen, wat de tarieven ook beïnvloedt.
Voor een gemiddeld gezin met een koopwoning van ongeveer € 370.000 wordt de waterschapsbelasting in 2026 geschat op ongeveer € 510. Dit jaar was dat nog € 478. Voor alleenstaande huurders stijgt het bedrag van € 203 naar € 213. Naast particulieren betalen ook agrarische bedrijven en natuurterreinen meer belasting. De definitieve hoogte van de belastingtarieven wordt in de komende weken door de waterschapsbesturen vastgesteld.





Geef een reactie