De belastingkamers van de gerechtshoven trekken de richtlijn over de vergoeding van proceskosten voor WOZ‑taxaties (de taxatiekostenrichtlijn) in. Aanleiding is een arrest van de Hoge Raad van 13 juni 2025, waarin is bepaald dat deze richtlijn niet bindend is en rechters niet hoeven te motiveren waarom zij ervan afwijken.
De hoven vinden het nog steeds belangrijk dat rechters zoveel mogelijk op een vergelijkbare manier omgaan met vergoedingen voor taxatierapporten in WOZ‑procedures. In de praktijk blijken taxatierapporten echter sterk te verschillen in kwaliteit en in de tijd die nodig is voor het opstellen ervan. Door die variatie achten de belastingkamers het op dit moment niet zinvol om nieuwe uniforme uitgangspunten vast te leggen. Daarom wordt de bestaande richtlijn ingetrokken zonder dat direct een nieuwe richtlijn wordt vastgesteld. Als in de toekomst de onderlinge verschillen tussen taxatierapporten kleiner worden, kan opnieuw worden overwogen een nieuwe richtlijn op te stellen.
De intrekking wordt binnenkort officieel bekendgemaakt in de Staatscourant. Een overgangstermijn geldt niet: uit het arrest van de Hoge Raad volgt al dat rechters ook nu al, zonder nadere toelichting, mogen afwijken van de eerdere richtlijn.





Geef een reactie