Het Hof acht aannemelijk dat de zoon van belanghebbende de economisch gerechtigde is tot de tegoeden op de Luxemburgse bankrekening en de daarmee behaalde rendementen, ondanks het feit dat belanghebbendes echtgenote de rekeninghouder is. Het Hof vermindert de primitieve aanslag en vernietigt de navorderingsaanslagen, de verhogingen (na kwijtschelding), de boetebeschikkingen en de beschikkingen …
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2013:6114
Geef een reactie