Fiscaal ruisende inbreng van ondernemingsvermogen in een BV, grotendeels tegen creditering. Beroep op inbrengvrijstelling art. art. 15(1)(e) Wet BvR voor de onroerende zaken in het ondernemingsvermogen. Crediteringsmaximum in art. 5 UBvR (10%) onverbindend wegens overschrijding van gedelegeerde regelgevingsbevoegdheid?
Feiten: Bij de oprichting van de belanghebbende hebben haar oprichters elk …
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2013:1152
Geef een reactie