De wetgever heeft er met het oog op de rechtszekerheid voor gekozen het restantbedrag van de pga dat doorschuift naar het volgende jaar, vast te leggen in een voor bezwaar vatbare beschikking. Gelet hierop en in aanmerking nemende de redactie van artikel 6.2a van de Wet IB 2001, kan de bestreden beschikking niet anders worden gekwalificeerd dan als een beschikking in de zin van het derde lid va…
Meer informatie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2014:3502
Geef een reactie