Gelet op artikel 11, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt de belastingschuld van een bij wege van aanslag geheven belasting geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop het belastingtijdvak eindigt. Het (definitief) vaststellen van een belastingschuld vóór dat tijdstip is in strijd hiermee. De aanslagen zijn voortijdig opgelegd en kunnen dus niet in stand blijven.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2018:1670&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie