Vpb. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een afwaardering dient plaats te vinden van een aan haar toebehorend terrein wegens een bijzondere waardevermindering. Voorts is de rechtbank van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een voorziening groot onderhoud dan wel een kostenegalisatiereserve mag vormen voor haar onroerende zaken.
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2020:11272&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie