De rechtbank is van oordeel dat het beroep op het scheepvaartartikel faalt. Belanghebbende verdient weliswaar zijn inkomsten met dienstverlening op een schip, maar gelet op door hem gegeven omschrijving van de inhoud van zijn dienstverlening is geen sprake van inkomsten uit scheepvaart. Er is ook geen sprake is van een vaste inrichting in de door belanghebbende genoemde staten. Zo belanghebbend…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2021:1608&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie