
Alleen zorgkosten die aantoonbaar op de belastingplichtige drukken, zijn aftrekbaar.
Een man en vrouw doen samen aangifte inkomstenbelasting over 2017 en brengen bijna € 78.000 aan specifieke zorgkosten in aftrek, onder meer voor medische behandelingen in Marokko. De kosten zijn volgens hen contant betaald, deels met geleend geld van familie. De inspecteur accepteert de aftrek niet en stelt de aanslagen vast zonder rekening te houden met deze zorgkosten. De rechtbank verlaagt de aanslagen deels, maar belanghebbenden gaan in hoger beroep en vragen om volledige aftrek. Intussen is de man overleden.
Geen bewijs dat kosten uit eigen middelen zijn betaald
Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Volgens het hof maken de man en vrouw niet aannemelijk dat de zorgkosten daadwerkelijk op hen hebben gedrukt. Daarvoor is vereist dat de kosten uit eigen middelen zijn betaald en niet vergoed zijn door een ander, zoals een zorgverzekeraar of familie. De overgelegde nota’s en verklaringen wijzen eerder op betalingen door familieleden in Marokko, in de vorm van leningen. Die leningen zijn niet terugbetaald of gedocumenteerd en vormen daarom geen bewijs dat de kosten op de belastingplichtigen drukken. Ook is onduidelijk waarom veel van de kosten niet bij de zorgverzekeraar zijn gedeclareerd. Het hof oordeelt dat alleen de kosten die de rechtbank al heeft geaccepteerd aftrekbaar zijn en verklaart het hoger beroep ongegrond.
Wet: art. 6.1 en art. 6.17 Wet IB 2001
Bron: gerechtshof ’s-Hertogenbosch 9 april 2025 (gepubliceerd 2 mei 2025), ECLI:NL:GHSHE:2025:981, 22/2379 en 22/2380
Geef een reactie