
Staatssecretaris Van Oostenbruggen geeft een overzicht van actuele ontwikkelingen rondom grensoverschrijdend telewerken.
Het Benelux Parlement heeft een aanbeveling aangenomen om grensoverschrijdend telewerk verder te faciliteren. De aanbeveling bevat vijftien verzoeken, gericht op het bevorderen van een barrièrevrije interne arbeidsmarkt binnen de Benelux. De verzoeken liggen zowel op het gebied van de sociale zekerheid als de fiscaliteit. Het is niet mogelijk om aan de hand van een tijdlijn aan te geven wat de vervolgstappen zullen zijn Dat zal op gezamenlijke wijze moeten worden bepaald.
Fiscaliteit
Het kabinet richt zich op een tweetal fiscale maatregelen om grensoverschrijdend telewerk te faciliteren: 1) Nederland stelt voor om een thuiswerkmaatregel gericht op grenswerkers op te nemen in de bilaterale belastingverdragen met buurlanden. 2) Het ontstaan van een vaste inrichting kan voor de werkgever leiden tot (administratieve) verplichtingen voor de loonbelasting en vennootschapsbelasting in het woonland van de werknemer. De onzekerheid hierover lijkt voor werkgevers een belemmering te kunnen zijn om thuiswerken toe te staan of om grensarbeiders in dienst te nemen. Nederland zou werkgevers door middel van een bilaterale overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten graag meer zekerheid bieden over het niet-bestaan van een vaste inrichting van de werkgever in het woonland van de werknemer als gevolg van thuiswerken over de grens.
Eind 2023 is met België een verduidelijkende overeenkomst is gesloten over het niet-bestaan van een vaste inrichting van de werkgever in het woonland van de werknemer als gevolg van thuiswerken over de grens. Daarentegen is het nog niet gelukt om afspraken te maken over een thuiswerkregeling. De gesprekken zijn nog gaande. Daarnaast is het gelukt om met Duitsland afspraken te maken over het opnemen van drempelregeling in het belastingverdrag, waardoor grenswerkers jaarlijks maximaal 34 dagen kunnen thuiswerken waarbij het heffingsrecht volledig blijft bij het land waar de werkgever is gevestigd. De goedkeuringsprocedure moet dit jaar worden afgerond, zodat de wijzingen op 1 januari 2026 kunnen ingaan. Ook het Duitse parlement moet akkoord gaan met de wijzigingen.
Sociale zekerheid
Werknemers kunnen op basis van de Europese kaderovereenkomst inzake structureel grensoverschrijdend telewerk, telewerken in de woonstaat tot 50% van de totale arbeidstijd, zonder dat dit leidt tot een wijziging van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving. Andersom moet er ten minste 50% van de totale arbeidstijd fysiek gewerkt worden in de lidstaat waar de werkgever is gevestigd. Nederland, België en Luxemburg hebben de kaderovereenkomst op 1 juli 2023 ondertekend.
De uitvoering van de kaderovereenkomst omvat niet alle nieuwe vormen van werk. Zelfstandigen worden bijvoorbeeld niet gedekt. Nederland pleit er daarom in EU verband voor dat er aanwijsregels moeten komen in Verordening 883/2004 voor nieuwe vormen van werk en nieuwe vormen van grensoverschrijdende mobiliteit, bijvoorbeeld voor telewerken om de grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit in de grensstreek te faciliteren.
Geef een reactie