• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Agenda
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials

A-G: Betaal lijfrentepremie niet met kasrondje

17 november 2020 door Remco Latour Leave a Comment

Soms betaalt een dga zijn lijfrentepremie via een zogenoemd kasrondje. Hij leent dan eerst het bedrag bij de bank en betaalt daarna de premie aan de verzekeraar. Vervolgens leent hij geld van zijn bv om de bankschuld af te lossen. Advocaat-generaal Niessen concludeert dat een betaling van een lijfrentepremie via een kasrondje economisch gezien geen betaling is. Daardoor is de premie niet fiscaal aftrekbaar.

Verschil burgerlijk en fiscaal recht

Voor de Hoge Raad is de vraag opgekomen of een via een kasrondje betaalde lijfrentepremie ook aftrekbaar is. In deze zaak had een vennoot van een cv een bv opgericht. In deze bv bracht hij zijn onderneming in met uitzondering van de onroerende zaken. De vennoot behaalde met deze inbreng een stakingswinst en zijn OR viel vrij. Daartegenover zette hij een premie voor een lijfrente die hij bedong bij zijn nieuwe bv. De man betaalde deze premie ook met van de bank geleend geld. Vervolgens ging hij een lening aan met zijn bv om de bankschuld weer af te lossen. Hoewel dit allemaal in de ogen van Hof Amsterdam conform het burgerlijk recht had plaatsgevonden, is het fiscaal volgen van deze route volgens het hof onaanvaardbaar. Zie ook: ‘Geen lijfrentepremieaftrek bij latere teruglening premie’ en NTFR 2020/1937.

Economisch geen betaling

De vennoot en enkele anderen die in hetzelfde schuitje zaten, gingen in cassatie. Zij klaagden dat de toepassing van het leerstuk van ‘zelfstandige fiscale kwalificatie’ door het hof een verrassingsbeslissing was. Advocaat-generaal (A-G) Niessen vindt deze klacht niet gegrond: het hof heeft zich uitgesproken over het geschilpunt en mocht daarbij rechtsgronden aanvullen. Bovendien concludeert de A-G dat het premiebedrag, economisch gezien, het vermogen van de vennoot niet heeft verlaten. Hij meent daarom dat de lijfrentepremie hier fiscaal gezien niet aftrekbaar is.

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Om de conclusie van de A-G beter te begrijpen, is het handig om de achtergrond van de lijfrentepremieaftrek te behandelen. De volgende premies en bijdragen zijn aftrekbaar van het inkomen in box  1:

  • premies voor lijfrenten die dienen ter compensatie van een pensioentekort;
  • premies voor lijfrenten waarvan de termijnen toekomen aan een meerderjarig invalide kind of kleinkind. Deze termijnen mogen uitsluitend eindigen bij het overlijden van de gerechtigde;
  • premies voor aanspraken op periodieke uitkeringen en verstrekkingen ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval. Deze uitkeringen moeten toekomen aan de belastingplichtige; en
  • bijdragen op grond van de Algemene nabestaandenwet.

Jaarruimte

Lijfrentepremies zijn niet onbeperkt aftrekbaar. De lijfrentepremies ter aanvulling van een pensioentekort zijn normaal gesproken alleen tot de zogeheten jaarruimte aftrekbaar. De jaarruimte is voor 2020 te berekenen met de formule: 0,133PG -/- 6,27A -/- NPP/0,505 -/- F. Daarbij staat:

  • PG voor pensioengrondslag. De pensioengrondslag is de som van het arbeidsinkomen en de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen van het voorafgaande kalenderjaar. Het arbeidsinkomen bestaat uit de winst uit onderneming exclusief mutaties in de oudedagsreserve (OR) en de ondernemersaftrek, het loon uit dienstbetrekking en het resultaat uit overige werkzaamheden. De eerdergenoemde som van arbeidsinkomen en belastbare uitkeringen en verstrekkingen bedraagt maximaal € 110.111. Men dient vervolgens de PG te verminderen met een AOW-franchise van € 12.472;
  • A voor de in aanmerking te nemen pensioenaangroei;
  • NPP voor premies die zijn gestort in een netto pensioen in box 3; en
  • F voor de dotaties aan de OR.

Reserveringsruimte

Voor zover iemand in de zeven voorafgaande jaren nog niet zijn jaarruimte heeft benut, kan hij deze onbenutte ruimte alsnog claimen via de reserveringsruimte. Deze reserveringsruimte bedraagt voor 2020 echter maximaal het laagste van onderstaande bedragen:

  • 17% van de premiegrondslag (PG) van het jaar van aftrek;
  • € 7.371. Voor de belastingplichtige die die is geboren vóór 1 september 1963, geldt een maximum van € 14.552.

Lijfrenteaftrek voor ondernemers

Het bedrag aan maximale aftrekbare lijfrentepremie voor een oudedagsvoorziening stijgt voor ondernemers met een vrijgevallen OR. Zij mogen het maximum verhogen met het bedrag van de vrijgevallen OR. Daarnaast is het maximum te verhogen met een bedrag aan genoten stakingswinst, maar hoogstens:

  • € 467.044 (bedrag 2020) als de ondernemer in 2020 zijn onderneming staakt en op het stakingsmoment minstens 61 jaar en vier maanden oud is. Dit maximum geldt ook als de ondernemer voor minstens 45% arbeidsongeschikt is en de termijnen ingaan binnen zes maanden na de staking. Of als de staking plaatsvindt vanwege het overlijden van de ondernemer.
  • € 233.530 (bedrag 2020) als de ondernemer in 2020 zijn onderneming staakt en op het stakingsmoment minstens 51 jaar en vier maanden oud is. Dit maximum geldt ook als de lijfrententermijnen direct ingaan.
  • € 116.771 (bedrag 2020) in andere gevallen.

Moment van aftrek

In principe zijn premies voor lijfrenten aftrekbaar op het moment waarop zij zijn betaald of verrekend, voor zover de verrekening niet leidt tot een schuldig gebleven bedrag. Gaat het om premies voor lijfrenten vanwege de vrijval van een OR of stakingswinst? Deze zijn ook aftrekbaar in een jaar als ze binnen zes maanden na dat jaar zijn betaald of verrekend.

Wet: art. 3.124, 3.127, 3.128, 3.129 en 3.130, eerste lid Wet IB 2001

Bronnen: Parket bij de Hoge Raad 22 oktober 2020 (gepubliceerd 13 november 2020), ECLI:NL:PHR:2020:974, 20/01619, Parket bij de Hoge Raad 22 oktober 2020 (gepubliceerd 13 november 2020), ECLI:NL:PHR:2020:975, 20/01621, Parket bij de Hoge Raad 22 oktober 2020 (gepubliceerd 13 november 2020), ECLI:NL:PHR:2020:976, 20/01622 en Parket bij de Hoge Raad 22 oktober 2020 (gepubliceerd 13 november 2020), ECLI:NL:PHR:2020:977, 20/01623

Masterclass polislezen en fiscale behandeling lijfrenten, stamrechten en kapitaalverzekeringen

Vorige artikel
Inkeerregeling zorgde voor 2,1 miljard aan belasting
Volgende artikel
Wetsvoorstel Wet bedrag ineens RVU en verlofsparen aangenomen door Tweede Kamer

Filed Under: Financiële planning, Nieuws, Verdieping, Verdieping

Reader Interactions

Recente berichten

Correctie Loonheffingen

Fiscale vermogensvergelijking: to be continued?

De wetgever heeft de vermogensvergelijking als wettelijk voorgeschreven methode om de fiscale winst te bepalen al sinds de invoering van de Wet IB 1964 en de Wet Vpb 1969 afgeschaft.

Belastingrechter mag premiebetaling fiscaal beoordelen

De Hoge Raad bevestigt dat een betaalde lijfrentepremie niet aftrekbaar is als de polishouder het betaalde bedrag leent van zijn eigen bv. De belastingrechter mag daarom een premiebetaling beoordelen op fiscale aanvaardbaarheid. De rechter treedt daarmee niet buiten de rechtsstrijd.

Nieuwe informatie openbaar over ZVP Belastingdienst

Staatssecretaris Vijlbrief heeft in reactie op een WOB-verzoek stukken (gedeeltelijk) openbaar gemaakt over het dienstonderdeel Zeer Vermogende Personen (ZVP) van de Belastingdienst.

Geen uitbreiding overgangsrecht levensloopregeling

De levensloopregeling is al per 1 januari 2012 afgeschaft voor nieuwe deelnemers, maar voor tien jaar gold nog overgangsrecht. Op 1 januari 2022 zal dit overgangsrecht dus eindigen. De staatssecretaris van Financiën heeft diverse vragen moeten beantwoorden over het einde van het overgangsrecht.

Nieuwe en geactualiseerde vraag- en antwoordbesluiten CAP

Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst heeft een aantal vraag- en antwoordbesluiten gepubliceerd.

Geef een reactie Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Zoeken

AGENDA

Masterclass zes pijlers oudedagsvoorziening ondernemer

Online cursus fiscaal agrarische actualiteiten

Verdiepingscursus implementatie UBO-register

Masterclass Vermogen in box 1, 2, 3

Masterclass bedrijfsopvolging

Recent nieuws

Vergrijpboete adviseur

Fout door vertrouwen op praktische werkwijze fiscus: avas

Initiatieven om digitale bedrijven te belasten

Geen aanpassing compensatieregeling transitievergoeding kleine werkgevers

Becon-regeling; uitstel

Uitstelregeling belastingconsulenten belastingjaar 2019

Nieuwe goedkeuringen Besluit noodmaatregelen coronacrisis

Meer berichten

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Agenda
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×